Gekenmerkt als Dachsprache door sociolinguïsten, is het Nederlands ontstaan uit verschillende dialecten en werd het opgelegd om een gevoel van verbondenheid te ontwikkelen. Met de publicatie van de Statenvertaling in 1637, de eerste grote vertaling van de Bijbel in het Nederlands, verwierf de taal de definitieve status van officiële taal. Sinds 1980 heeft Nederland een nationale organisatie, de Nederlandse Taalunisie (Nederlandse taalunie) opgericht. Het belangrijkste doel van deze instelling is het bevorderen en de integriteit van de taal te behouden. De Nederlanders zijn erg trots op hun taal, dit is een symbool van hun identiteit. Met tweehonderdduizend woorden, is de woordenschat één van de rijkste ter wereld.
Als gevolg van dat Nederlands een officiële taal is in Nederland en Belgie, is het ook een van de officiële talen van de Europese Unie. De Nederlandse kolonieën, Suriname en de Nederlandse Antillen, maken ook gebruik van het Nederlands als voertaal. Het Afrikaans is een verscheidenheid van het Nederlands, gesproken door de kolonisten in de 17e eeuw. Deze taal wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt in Zuid-Afrika en Namibië. Het wordt beschouwd als een brug tussen de talen Engels en Duits. Het Nederlands is afkomstig van de Germaanse talen. Wereldwijd spreken meer dan 22 miljoen mensen Nederlands.
Indeling per taalfamilie: Indo-Europese talen > Germaanse talen > West-Germaanse talen > Laag Frankisch > Nederlands.